Met de lancering van de Coronalert-app werd verwacht dat het makkelijker zou worden om contactmomenten tussen mensen die elkaar niet kennen op te sporen. In de praktijk lijkt de app echter nauwelijks gebruikt te worden voor dit doeleinde: in 2,5 procent van de gevallen wordt de app ingezet.
Effecten van Coronalert
Bij het inzetten van een nieuw concept voor het opsporen van besmettingen tijdens een epidemie, is het altijd de vraag in hoeverre de bevolking bereid is om zich te wagen aan het concept. Voor corona is de Coronalert-app zo'n concept die de ‘tand des tijds’ moest doorstaan. Tot op heden werd de app zo'n 2,4 miljoen keer gedownload. Daarmee is volgens Bart Praneel, een professor van de KU Leuven die een actieve bijdrage leverde aan de ontwikkeling van Coronalert, één van de doelen bereikt.
Acceptatiegraad is behaald
Volgens Praneel was het doel gesteld om een acceptatiegraad van 15 procent te halen, inmiddels is dat percentage voorbijgestreefd en ligt de app op acceptatiegraad van ‘meer dan 20 procent’. Toch is dat niet per se een reden om de Coronalert-app als een groots succes te betitelen. In de tijd sinds de lancering in september, werden er namelijk slechts 15.700 besmettingen in de app doorgegeven, terwijl er in België sinds 30 september 2020 zo'n 620.000 besmettingen zijn vastgesteld, schrijft de Belgische krant L’Echo.

Uit deze cijfers blijkt dat de app in ‘slechts’ 2,5 procent van alle positieve gevallen wordt ingezet om contacten op te sporen. Wel blijkt het percentage van opgespoorde contacten dat na een test ook besmet is, hoger te liggen dan het landelijk gemiddelde, op 15 procent, ten opzichte van 7 procent voor het landelijk gemiddelde. Naast het lage percentage van testen die worden doorgezet om de contacten op te sporen, laat ook maar weinig mensen hun coronatest vastleggen in de app: slechts 10 tot 11 procenten van alle coronatesten worden aan de app gekoppeld.
Problemen voor Coronalert
Waar deze lage cijfers aan te wijten zijn? Volgens Bart Praneel heeft het onder andere te maken met de codering. Zo werd in eerste instantie verwacht dat de arts, het ziekenhuis of het testcentrum zich zou bezighouden met het coderen. Omdat dit soms werd vergeten of geweigerd werd besloten deze stap bij de gebruiker te leggen, die de 17 cijfers later zelf kan coderen. In sommige gevallen loopt de codering niet goed, zo stelt Axel Legay, professor aan UCLouvain.
Legay zegt ook dat gebruikers soms denken dat testen automatisch gekoppeld worden. Tegelijkertijd is de app niet perfect en zijn er klachten bekend over gekoppelde tests die alsnog niet verschijnen in de applicatie, of testresultaten die pas laat verschijnen in Coronalert.

Er is in dit verhaal ook een rol weggelegd voor het lage aantal burgers dat zich bereid voelt om na de positieve test te hebben ontvangen, ook daadwerkelijk contacten via Coronalert te waarschuwen. In België ligt dit percentage op 37 procent. Hoe dit zich weerhoudt ten opzichte van andere Europese landen, is niet bekend. Landen hanteren vaak ook een ander systeem, waardoor percentages niet één-op-één vergeleken kunnen worden.
Minder vaak gedownload
Inmiddels is ook bekend dat Coronalert minder vaak gedownload wordt. Na de stijging in de eerste maanden na de lancering, lijken onder andere technische problemen de populariteit af te vlakken. Heb jij de Coronalert-app al gedownload of ben jij nog van plan de app te downloaden? En als je de app niet hebt gedownload en dit niet gaat doen, waarom is dat het geval? Laat het ons zeker weten in de reacties onderaan het artikel.